Hoe blik je terug op de organisatie van je 1e derny criterium in Antwerpen?
Joyce Foubert: “Zéér positief. Ik vind zeker niet dat mijn vuurdoop vlekkeloos is verlopen, maar de balans is wel positief. Ik heb er alleszins veel energie aan overgehouden. Jammer van de regen, maar dat is iets dat je nooit in de hand hebt. De dag zelf gaat zo snel voorbij dat ik al goed moet nadenken hoe alles verlopen is, maar met een valpartij bij de BV-koers en ook 1 in de finale bij de profs zijn we er zonder kleerscheuren vanaf gekomen. Het is een drukke maar zeker boeiende dag geweest. Waar ik zelf heel erg versteld van stond, is dat ik zo’n goede medewerkers heb en zij hier even graag als ikzelf aan meewerkten. Zonder hen zou ik natuurlijk niet zo’n positieve feedback gekregen hebben.”
Kreeg je dit nog wel ingepast in je drukke leven?
Joyce Foubert: “Het is maanden op voorhand dag en nacht werken. Het was best zwaar omdat ik ook nog een vaste job heb en daarnaast nog een andere zaak waarbij ik fietsstages in Spanje organiseer voor fietsploegen, toeristen of renners die buiten de ploegstage nog even naar het buitenland willen. Daarnaast ben ik ook ambassadrice van de fietsenwinkel Lexpres in Antwerpen, een concept store van Specialized. Ik rij dus met het mooiste materiaal rond dat er is, fiets, kleding, accessoires, noem maar op. Sinds dit jaar ben ik ook gevraagd door Specialized om voor hen de Belgische ambassadrice te zijn van het merk, wat ik ook niet heb afgeslagen. Voor hen ben ik present op enkele evenementen of richt ik er zelf op. In samenwerking met de fietsenwinkel organiseer ik in de winter een ‘Start to MTB’- sessie die aangeboden worden door Sport Vlaanderen, in samenwerking met enkele gemeentes.”
“De combinatie van dat alles maakt het in bepaalde periodes zeker niet gemakkelijk functioneren. Maar ik doe dit enorm graag, ik denk dat ik geboren ben om te organiseren. Ik wilde vroeger als kind alles regelen en zorgen dat iedereen het goed had, nu wil ik graag evenementen doen en daarin heb ik sinds vorig jaar echt mijn ding gevonden toen ik met Roland Descheemaker – de vorige eigenaar – begon te praten over het meewerken aan dit evenement. Ik werk dus al zeker een jaar achter de schermen mee. Door zijn recente gezondheidsperikelen hebben we dit jaar in maart besloten dat ik de zaak al volledig overneem en we nog enkele jaren gaan samenwerken. Zo kan ik ervaring op doen van hem, hij organiseert ten slotte al 18 jaar dit groot evenement in samenwerking met de stad Antwerpen. En dat mag je zeker niet onderschatten, want voor hem was dit louter een passie. Voor mij is dit ook een passie, maar ik zie dit ook wel als werk, ik ben nog heel jong (26). Ik koop niet voor de lol een zaak en enkele evenementen om deze te gaan uitvoeren voor mijn hobby. Voorlopig zit ik goed met mijn vaste job: ik ben 25 uur per week secretariaatsmedewerkster op een middelbare school in Brasschaat. Zo heb ik toch een vast inkomen. Maar ik zie mezelf nog wel groeien, ik ben redelijk ambitieus ingesteld en wil graag altijd meer bereiken.”
Waarom heb net jij de kans gekregen om Derny Antwerpen uit te bouwen?
Joyce Foubert: “Roland Descheemaker kent mij al sinds ik een klein meisje was en meeging naar de koersen van mijn papa en daarna van mijn broer. Sinds een aantal jaar gaan wij met het gezin altijd kijken naar het Na-Tour Criterium van Antwerpen. Zelfs in 2011 heeft mijn broer deelgenomen aan het criterium, hij was toen regerend Belgisch kampioen achter de derny bij de beloften. De jaren die volgden was ik samen met Boy van Poppel en ook hij reed geregeld in Antwerpen mee, waardoor ik het evenement nog beter leerde kennen. Sinds vorig jaar ben ik beginnen meewerken achter de schermen, al enkele jaren was ik ook actief als hostess op evenementen en/of beurzen. Ik vind dit enorm leuk, waardoor de gesprekken op gang gekomen zijn om Roland op te volgen. Roland had al enkele jaren in zijn hoofd om de organisatie wegens zijn gezondheid over te geven aan iemand anders. De andere kopers waren ook goede kandidaten, maar Roland wilde er graag nog enkele jaren bij blijven. De combinatie die we hebben uitgewerkt is voor hem de beste. En voor mij zeker!”
Hoe ben je in het baanwielrennen terecht gekomen?
Joyce Foubert: “Ik heb zelf van mijn 11 tot mijn 18 gekoerst. Het baanwielrennen was voor mij de slimste zet, mijn papa is een heel goede baanwielrenner geweest, waardoor hij mij wel veel kon bijbrengen. Hij heeft mij echter nooit gepusht, ik heb zelf altijd gezegd dat ik veel liever op de baan rijd dan op de weg. Daardoor was deze keuze snel gemaakt. Het was een enorm leuke tijd, ik heb veel van mijn ‘normale’ jeugd gemist, zeggen mijn schoolvrienden van vroeger. Maar daar heb ik absoluut geen spijt van. Na school reden wij 3 à 4 keer in de week naar Gent omdat papa ook de lessen gaf op de piste en zodoende gingen mijn broer en ik meestal mee. In het weekend zaten we er dan voor de wedstrijden. Een discotheek heb ik dus niet vaak gezien toen ik wielrenster was.”
Wat vind je zo leuk aan de koers?
Joyce Foubert: “Ik heb vooral mijn hart verloren aan het fietsen, het vrije gevoel dat mij dit geeft. De voldoening van een rondje te fietsen is heel groot. Het competitieve aspect hoeft niet meer perse. Dat is altijd wel heel leuk geweest maar ik behoorde niet bij de top zoals Jolien D’hoore, Kelly Druyts, Eveline Arys of Jessie Daams. Zij waren een stuk sterker als mij – en ook ouder. Maar enkele jaren terug reden wij met alle leeftijden samen op de piste, waardoor ik altijd moest uitkomen tegen hen. Daar word je sterker van, dat is wel waar, maar ik ben na de middelbare school gaan verder studeren Maar al mijn materiaal heb ik nog, ik krijg het niet over mijn hart om dat weg te doen. Maar door omstandigheden zoals school, relatie, ziek zijn,… ben ik geen wielrenster meer.”
Geen spijt?
Joyce Foubert: “Daar heb ik geen spijt van, want dat is het leven. Nu heb ik een boeiende job gevonden in het wielerwereldje en daar geniet ik ook van. Daarbuiten sport ik meer dan vroeger, denk ik. Na de werkuren probeer ik nog een rondje te gaan lopen en als ik wat meer tijd heb, spring ik op mijn fiets voor enkele uurtjes te gaan toeren. Sinds dit jaar probeer ik ook wel doelen te stellen, zoals de Ronde van Vlaanderen te fietsen met Lexpres – fietsenwinkel waarvan ik ambassadrice ben. Volgend jaar zullen dat hopelijk enkele klassiekers zijn, en ergens in mijn achterhoofd zit er een MTB-wedstrijdje, en nog iets verder zit er een triatlon die ik ooit op mijn palmares wil hebben.”
“Ook ga ik weer vaker naar wedstrijden kijken, voor sponsoring en mensen te leren kennen is het natuurlijk belangrijk dat je veel buitenkomt. Het helpt niet dat je binnen blijft zitten, het is zeker geen straf om op een wielerwedstrijd present te zijn. Het is een kleine wereld en iedereen kent iedereen dus er zijn altijd wel vrienden waarmee we een babbeltje kunnen doen.”
Op welk niveau en met welke ambities en resultaten heb je zelf gekoerst?
Joyce Foubert: “Bij de jeugd wilde ik dit graag gaan doen omdat mijn broer wielrenner wilde worden. Ik kreeg ook een fiets en ging regelmatig een rondje doen. Maar hoofdzakelijk deed ik nog atletiek. Door een blessure ben ik snel overgeschakeld naar de koes. Bij de jeugd ben ik Belgisch kampioen Omnium geworden in het Gentse Kuipke, alsook 2 keer Vlaams kampioen Omnium en 4 keer provinciaal kampioen (weg – baan – tijdrijden). En nog heel veel ereplaatsen in het weg -en baanwielrennen.”
“Ik blik hier wel trots op terug, het was een leuke jeugdactiviteit. Maar het is meer dan dat, ik ben nu 26 en zit nog steeds graag op mijn fiets. Mijn ouders hebben mij nooit ergens toe verplicht om meer te trainen of wat dan ook. We moesten het vooral leuk vinden. Spijtig genoeg heeft geen van ons beiden het verder geschopt, maar onze herinneringen zijn rijk genoeg om hierop te teren. Zelf was ik altijd wel ambitieus, zeker mijn laatste jaren op de baan gingen zéér goed, vond ik. Het jaar dat ik overging naar de dames elite ben ik er een winter uit geweest door ziekte, waardoor het niet gemakkelijk werd om de draad weer op te pikken. Dat samen met het opstarten op de hogeschool – ik studeerde voor kleuterjuffrouw – vergde heel veel tijd, waardoor ik het jaar erna geen vergunning meer heb gevraagd.”
Wat kan je vertellen over de carrière van jouw vader?
Joyce Foubert: “Mijn papa is altijd mijn voorbeeld geweest, elke spreekbeurt op de lagere school heb ik over hem gedaan. Elke keer opnieuw. Ik was zelf nog niet geboren in zijn gloriejaren, maar als ik thuis de oude palmaressen vanonder het stof haal, blijkt dat hij het zeker niet slecht heeft gedaan. Voornamelijk op de piste heeft hij goed gepresteerd: 13 keer Belgisch kampioen – van de junioren t.e.m. profs – en deelname aan de Olympische Spelen van 1980 in Moskou. Daarnaast ook nog 7 keer wereldkampioen, 4 keer Europees kampioen en 2 keer Belgisch kampioen bij de nevenbonden, waar hij na zijn carrière enkele jaren terug gaan koersen is. Tot op de dag van vandaag fietst hij nog enorm graag. Door zijn ziekte bijna 3 jaar geleden is hij door het oog van de naald gekropen met 3 hartinfarcten en 1 hartstilstand. Daardoor heeft hij zijn conditie stilletjes aan helemaal terug moeten opbouwen, maar als hij tijd heeft, neemt hij graag zijn fiets voor een uurtje of 2 rustig te gaan fietsen.”
Welke plaats neemt het wielrennen in binnen jouw werk- en privéleven?
Joyce Foubert: “Het wielrennen neemt voor mij privé en op werkgebied heel veel tijd in beslag. Ik probeer het tegenwoordig wel te scheiden, wielrennen qua werk is iets anders dan wielrennen qua privéleven. Ik moet natuurlijk professioneel blijven nu ik in diezelfde wereld een zaak heb en evenementen organiseer. Maar wielrennen is geen must in mijn leven, dit is een hobby. Elke dag wordt er wel over gesproken, wat ook normaal is. We zijn nu augustus nog de maand waarin mijn evenement van Antwerpen viel, maar ik ben stilletjes aan al bezig met volgend jaar. Dan hebben we de 20e editie, wat een knaller moet worden en waaraan ik zeker 1 jaar voorbereiding nodig heb. In mijn privé probeer ik ook nog tijd te maken voor reizen – soms ook met de fiets, shoppen, vriendinnen. En ik ben een groot familiemens!”
Foto's: Guido de Meyer - Joyce Foubert
Interview: Yves Brokken van Wielerverhaal.com